Dit jaar viert het Expertisecentrum Ziek en Onderwijs het 25-jarig bestaan. In het kader daarvan blikken wij regelmatig terug op de ontwikkeling van het onderwijs aan zieke leerlingen door de jaren heen. Wist u dat wij een jaarverslag hebben gevonden uit 1919(!) waarin de Vereniging “Onderwijs aan zieke kinderen te Rotterdam” verantwoording aflegt?
Onderwijs aan zieke kinderen, al 105 jaar!
“Eind 1918 werd het bestuur van de afdeeling Rotterdam van de vereeniging Volksonderwijs opmerkzaam gemaakt, dat er in deze stad verscheidene chronisch zieke kinderen waren, die verlangden naar onderwijs.” Zo start het jaarverslag uit 1919. Er werd een commissie samengesteld die in mei 1919 voor het eerst bijeenkwam. Tijdens deze vergadering werd besloten een nieuwe vereniging op te richten welke de naam Onderwijs aan zieke kinderen te Rotterdam zou dragen. Het doel was onderwijs te geven aan kinderen die gedurende geruime tijd niet in staat zouden zijn het onderwijs op school te volgen en van wie de ouders on- of minvermogend waren.

Fragment van de balans uit 1919
Crowdfunding avant la lettre
Om de plannen te kunnen uitvoeren, werd besloten geld te vragen aan de inwoners van Rotterdam. Een omvangrijk bedrag aan giften en contributies stelde het bestuur in staat een definitief werkplan te ontwerpen. Men gaf er de voorkeur aan leerkrachten aan te stellen die niet aan een school verbonden waren.
Wie kwam in aanmerking?
Door Bureau Leerplicht werd een lijst verstrekt van thuiswonende, zieke kinderen. Er werden 58 gevallen uitgezocht voor eventueel thuisonderwijs. Het resultaat van het onderzoek was als volgt:
- 17 kinderen kwamen in aanmerking.
- 17 kinderen waren in staat de school te bezoeken.
- 3 kinderen waren ‘voorloopig niet in staat onderwijs te ontvangen’.
- 1 kind was blind.
- 5 kinderen verbleven in inrichtingen, waar zij onderwijs ontvingen.
- 4 kinderen waren ‘boven den leerplichtigen leeftijd en in betrekking’.
- 3 kinderen waren inmiddels naar elders verhuisd.
- 4 kinderen hadden welgestelde ouders.
In 4 gevallen ‘wenschten de ouders het onderwijs niet’.
Andere ziektebeelden maar evenveel passie
Half september 1919 begon de vereniging met haar werk. Waar de leerlingen die we nu begeleiden lijden aan ziektes als bijvoorbeeld: hartproblemen, darmproblematiek en sikkelcelziekte, kampten de leerlingen in die tijd met ziektes als:
- Tuberculose: 28
- Heupontsteking: 1
- Myxoedeem (huidaandoening, zwellen van de huid): 1
- Toevallen: 1
- Zenuwaandoening: 1
- Zenuwrheumatiek: 1
- Spierdystrophie: 1
- Verlamming: 1
- Engelse ziekte (een botaandoening die ontstaat door een tekort aan vitamine D en calcium): 2
Inmiddels zijn we meer dan 100 jaar verder. Er is veel veranderd, maar de passie die te lezen is in het jaarverslag van 1919 is er nog steeds. Ook wij zetten ons, 102 jaar na dato, nog steeds in voor chronisch of langdurige zieke leerlingen. Simpelweg omdat we van mening zijn dat ieder kind recht heeft op onderwijs!