Expertisecentrum Ziek en Onderwijs 25 jaar!

Anja Niemeijer1. Leerling, 2. Familie, 3. Leerkracht/docent, 4. Samenwerkingsverband, 5. (para)Medici, Doelgroep, Uncategorized

In voorgaande blogs hebben we aangegeven dat het lesgeven aan langdurig zieke kinderen in Rotterdam al meer dan 100 jaar bestaat. Wist je ook dat deze lessen gewoon doorgingen tijdens de Tweede Wereldoorlog? In ons archief hebben wij jaarverslagen gevonden van De Vereniging Onderwijs aan Zieke Kinderen te Rotterdam uit 1940 tot en met 1943. Gedurende deze jaren kregen respectievelijk 53, 65, 90 en 98 leerlingen lessen aan huis of in het ziekenhuis. In deze jaarverslagen werd niet alleen verantwoording op financieel en materieel gebied afgelegd. De jaarverslagen bevatten ook vaak beschrijvingen van patiëntjes of werkjes. We delen er een paar met je.

1940 Strijd om Rotterdam. Bron: tracesofwar.nl

Uit het jaarverslag van 1940:

“Het onderwijs werd door de ouders zeer gewaardeerd. Wij merkten dit o.a. de eerste dagen na 14 mei (bombardement van Rotterdam), toen verscheidene vaders en moeders kwamen vragen, of de lessen weer door konden gaan. De onderwijzeressen hadden hiertegen geen enkel bezwaar. Het duurde niet lang, of allen waren weer trouw bezig met haar werk, de bezwaren van het moeilijke verkeer door de ontredderde stad moedig trotserend. Het werkte weldadig op het geschokte zenuwgestel van de kinderen geregeld les te hebben. Er was nu iets anders om aan te denken dan aan het bombardement.”

In het jaarverslag van 1941 werd een indruk van het werk van de onderwijzeressen opgetekend:

Twee jongens van 9 jaar, Lucas en Jaap, krijgen gedurende 2 jaar les in een ziekenhuis. Zij hebben nooit de school bezocht en zijn ongeveer op dezelfde hoogte. Lucas is een half jaar jonger, maar een beetje vlugger van begrip. In het ziekenhuis gevoelen zij zich geheel thuis. Het is een genoegen hun les bij te wonen. Zij hebben het ongedwongene van kinderen die geen schooltucht gewend zijn. Toen wij hen opzochten, werden wij met gejuich ontvangen. Het trof prachtig, dat wij juist nu kwamen. Zij waren niet weinig trots op hun prestaties; zij waren namelijk bezig de tafel van 17 op te zeggen! Ik zei nederig dat ik die zelf niet zo goed meer kende. “5x 17 is 85; 6 x 17 is 102”, ging het onverstoorbaar verder. Na 10 x 17 is 170 een pauze. – Twee paar stralende ogen keken met een uitdrukking van: “wat zeg je daar nu wel van?” Luide hulde van het gehoor. “Nu zullen wij taal eens laten zien”, zei Luuk eigenwijs, onbewust zijn onderwijzeres imiterend. Ook dat werd grondig bewonderd. “Netjes geschreven, weinig fouten, goed opgeschoten. Nu zullen wij nog een stukje lezen”, zei Jaap parmantig. Dat deden zij aardig. Ook met rekenen hadden zij goede vorderingen gemaakt. De les was uit. “Nog even met u spelen.” Luuk maakte zich ondertussen klaar voor de tuin. De arme Jaap kon niet mee; hij is verlamd. Even ging er een schaduw over zijn gezicht. Dan vermande hij zich en keek naar andere genoegens uit. Wij namen afscheid. “Dag Jaap, tot een volgende keer. Dan ken je misschien de tafel van 19.”

 In het jaarverslag van 1946 werd het verhaal van Laurens beschreven:

Door onvoldoende kalkontwikkeling heeft hij verscheidene malen in een ziekenhuis gelegen met een beenbreuk. Op het laatst was hij zo bang om te vallen, dat hij zich bijna niet meer oefende in het lopen. Het bombardement van het Westelijk deel van Rotterdam kwam hem ten goede. Hij moest vluchten en toen bleek, dat hij toch beter kon lopen dan men vermoedde. Sinds dien is hij op aandringen van zijn moeder zich meer gaan oefenen, zodat hij na een paar maanden in staat was een U.L.O.-school te bezoeken. Hij doorliep met succes alle klassen. Nu is hij met veel animo op een kantoor werkzaam en bekwaamt hij zich voor boekhouder.

In hetzelfde jaarverslag het eerste opstel van Corry over haar hondje:

Wie is Loeki? Loeki is ons witte Keeshondje. Hij kan zulke leuke kunstjes doen! Als je hem een stukje lekkers voorhoudt, dan gaat hij op zijn achterpootjes lopen, maar dan moet het stukje omhoog gehouden worden, anders pakt hij het zo uit de hand. Links pakt hij niets aan. Dat hebben wij hem geleerd. Ook geeft hij pootjes als je het vraagt. Als wij aan het eten zijn en vlees hebben, gaat hij vragen. Dan doet hij zijn pootje omhoog en dan moeten wij altijd lachen. Loeki is 1 jaar, 3 maanden en 5 dagen oud. Maar nu schei ik er mee uit, hoor! Een andere keer schrijf ik misschien weer eens wat over ons hondje.

Dààg! CORRY

Het is bijzonder om te lezen dat ook in moeilijke tijden chronisch en langdurig zieke leerlingen niet vergeten werden en dat toen al met evenveel passie en toewijding als nu kinderen bij de les werden gehouden.