Het nieuwe schooljaar is weer begonnen! Nieuwe klassen. Nieuwe leerlingen. En zoals ieder jaar is het weer een uitdaging om ieder kind uit je klas tot zijn recht te laten komen. Er uit te halen wat er in zit. Bij de meesten zal dit zonder veel problemen lukken, maar er zijn ieder jaar wel een paar leerlingen die wat meer aandacht en ondersteuning nodig hebben.
De kans is bijvoorbeeld groot dat er in jouw klas een leerling zit met een chronische en of ernstige ziekte. Astma, diabetes, een chronische darmziekte, eczeem, een nierziekte, een hartaandoening, taaislijmziekte, leukemie. Er zijn zoveel ernstige ziekten waarmee een leerling te kampen kan hebben. De invloed ervan op het functioneren op school verschilt per ziekte en per leerling. Hoe iemand met een lichamelijke beperking weet om te gaan is van veel factoren afhankelijk. Denk aan gezinsomstandigheden, persoonlijkheid, ziektegeschiedenis, culturele achtergrond.
Belangrijke rol voor mentor of groepsleerkracht
Ook de mate en kwaliteit van de geboden ondersteuning zijn van grote invloed op hoe een leerling met een beperking op school zal functioneren. Daar speel jij als mentor of groepsleerkracht een belangrijke rol in. Als eerste contactpersoon sta jij het dichtst bij de leerling en de ouders. Het zou mooi zijn als zij bij vragen of problemen de weg naar jou weten te vinden, zodat jij, eventueel met hulp van het zorgteam of IB-er, een passend plan voor de betreffende leerling kan maken. Als jullie er samen niet uit komen of meer willen weten over het ziektebeeld van de leerling en de gevolgen hiervan voor het onderwijs kunnen jullie altijd contact opnemen met ons Expertisecentrum. Eén van onze consulenten zal jullie graag informeren en adviseren!
Wat kun je doen als er een zieke leerling bij je in de klas zit?
Allereerst mag je hopen dat de ouders en de leerling gemeld hebben dat er sprake is van een ziekte. Soms doen ze dit niet, omdat ze niet willen dat het kind onnodig een stempel opgedrukt krijgt. Zeker pubers willen het liefst zo gewoon mogelijk zijn en zullen zeker niet laten merken dat ze ziek zijn. Wat ze zich echter niet realiseren is dat ze dan ook niet de hulp zullen krijgen die ze misschien nodig hebben.
Maar als het je wel bekend is dat een van je leerlingen een chronische of ernstige ziekte heeft, raad ik aan vroeg in het schooljaar een afspraak te maken met deze leerling en ouders. Tijdens dit gesprek kun je inventariseren waar je rekening mee moet of kan houden, welke aanpassingen er nodig zijn, welke afspraken er gemaakt moeten worden, wat er over de ziekte gedeeld moet of mag worden, met wie en hoe. Het is van belang dat alles vastgelegd wordt in een dossier. Zo kunnen andere betrokkenen er ook kennis van nemen.
Het is goed om met ouders en leerling af te spreken wanneer jullie wéér bij elkaar komen. We adviseren om zeker met leerlingen die veel extra zorg nodig hebben, regelmatig een gesprek te plannen, bijvoorbeeld eens in de twee weken op een vaste dag in de week. Dan kan de voorafgaande periode geëvalueerd worden en kunnen eventueel afspraken bijgesteld worden. Zeker voor leerlingen in het voortgezet onderwijs is het raadzaam om regelmatig bij te praten. Dan bouw je sneller een vertrouwensband op en zal de leerling een minder grote drempel ervaren om bij problemen aan de bel te trekken.
Soms lukt het echter niet om het vertrouwen van de leerling te winnen. Dat is nu eenmaal zo. Schroom dan niet om dit stuk van de begeleiding aan een collega over te dragen met wie er een betere ‘klik’ is. Wat ik hier wil benadrukken is dat het van groot belang is om bij de begeleiding van een zieke leerling een zo goed mogelijke start te maken. Als de leerling het vertrouwen krijgt geholpen te worden als dit nodig is, zal hij ook makkelijker om die hulp vragen en kan er op veel problemen tijdig ingespeeld worden. Een goed begin is het halve werk!