Je begint aan je vervolgopleiding: wie vertel je dat je een chronische of langdurige ziekte hebt?

Anja Niemeijer1. Leerling, 2. Familie, 3. Leerkracht/docent, 4. Samenwerkingsverband, 5. (para)Medici, Doelgroep, Uncategorized

Je gaat beginnen aan een vervolgopleiding aan het MBO, HBO of de universiteit. Wellicht heb je een deel van de aanpassingen die mogelijk zijn al voor de start van de studie geregeld. Ook heb je wellicht al nagedacht over het wel of niet bespreken van je ziekte en eventuele beperkingen met contactpersonen van je opleiding. Dit besluit ligt uiteraard bij jezelf. Naast iedereen of niemand in te lichten, kun je er ook voor kiezen om eerst een aantal personen te informeren

Maak voor jezelf de afweging of je wel of niet wilt vertellen over de ziekte. Zet de voor- en nadelen daarvan op een rijtje. Heb je aanpassingen nodig om je studie goed te kunnen volgen? Dan is het altijd verstandig de studentendecaan of studieloopbaanbegeleider te informeren. Heb je niet direct aanpassingen nodig? Dan kun je ervoor kiezen om niet meteen de opleiding te informeren. Bedenk dan wanneer je dit wel zou doen, bijvoorbeeld bij een toename van klachten.

De studentendecaan

Iedere onderwijsinstelling heeft een studentendecaan. De studentendecaan geeft je informatie en advies over onderwerpen die samenhangen met je studie of je persoonlijke omstandigheden. Samen met de decaan zoek je naar oplossingen die voor jou werken. De studentendecaan heeft expertise op het gebied van regelingen en procedures, studeren met een functiebeperking en personen en instanties die je verder kunnen helpen. Op het MBO is er vaak een steunpunt ‘Opleiding & Handicap’ waar je kunt informeren naar de juiste contactpersoon

Studieloopbaanbegeleider

Iedere student krijgt een studieloopbaanbegeleider (SLB-er) aangewezen. De studieloopbaanbegeleider is te vergelijken met de mentor op het voortgezet onderwijs. De studieloopbaanbegeleider wordt daarom ook wel mentor of (studie)coach genoemd. De SLB-er helpt je om zoveel mogelijk uit de studie te halen. Met de SLB-er voer je gesprekken over de studievoortgang, over jouw talenten, over wat je wilt en wat je kunt. Hij kan je advies geven en begeleiden bij alles wat met jouw studie te maken heeft. De SLB-er is vaak het eerste aanspreekpunt voor studenten. Wanneer er nog geen contact is met de studentendecaan, kun je er daarom voor kiezen om eerst alleen de SLB-er te vertellen over je ziekte. Samen met de SLB-er kun je dan bespreken of contact met de studentendecaan op dat moment al nodig is.

Informeren van studiegenoten

Als je met een nieuwe opleiding begint, ontmoet je nieuwe mensen en maak je nieuwe vrienden. Dan kan het lastig zijn om direct te bepalen wie je in vertrouwen wilt nemen over ziek zijn en wanneer je dat doet. Bedenk zelf wat voor jou een goed moment en goede manier is om studiegenoten en nieuwe vrienden te vertellen over de ziekte en eventuele beperkingen. Denk ook na over hoeveel informatie je wilt geven. Op de website van JongPit kun je tips vinden over het informeren van anderen over je aandoening. Gebruik de zoekterm ‘chronische aandoening en onbegrip.

Hulp op school

Ook al zijn er verschillen per opleiding- en onderwijsinstelling, op het gebied van aanpassingen op school, is er veel mogelijk. Het vierde boekje in de reeks ‘Zorgen over, zorgen voor… over studieloopbaan en een chronische of langdurige ziekte’ staat boordevol handige tips en relevante websites met tips over hoe om te gaan met de invloed van de ziekte op jouw studiekeuze en studieloopbaan.

Bron: Kort, M. en Kloosterman, E. Zorgen over, zorgen voor … over studieloopbaan en een chronische of langdurige ziek, Netwerk Ziezon: het landelijk netwerk ziek zijn & onderwijs, november 2019.

Download hier deze uitgave.